Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Elongo,
Damstra,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- het proces-verbaal van de op 5 oktober 2018 gehouden comparitie van partijen.
Hierbij stel ik u, Elongo BV (verhuurder van apotheekruimten aan Kwalifar BV), aansprakelijk voor de schade die apotheek Buitenhove (Kwalifar BV) geleden heeft door de waterschade van
De schade is op 11 december 2013 volgens het u bekende rapport van Acc.Kant.Propstra vastgesteld op 72.948,33 euro. (…)”
"(...) financiële berekening van de inkomstenderving van apotheek Buitenhove (...) als gevolg van de waterschade.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
Voor haar vordering beroept Damstra zich op een drietal facturen (van 1 juni 2012, respectievelijk 2 augustus 2012 en 31 december 2012) die door Elongo onbetaald zijn gelaten.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Elongo heeft geen grieven gericht tegen de toewijzing van de (conventionele) vordering van Damstra, zodat de veroordeling van Elongo in conventie onherroepelijk is.
Volgens Elongo had zij aan haar huurders (waaronder de apotheek) gegarandeerd dat zij hun praktijken op 25 juni 2012 zouden kunnen openen. Als gevolg van de door Damstra veroorzaakte waterschade heeft de apotheek haar deuren feitelijk echter pas kunnen openen op 19 juli 2012, bijna één maand later dus. Daardoor heeft de apotheek 200 patiënten misgelopen die zich anders in die periode bij haar ingeschreven zouden hebben. Dat gemis werkt door totdat het patiëntenbestand van de apotheek op het beoogde peil is gekomen. Normaal gesproken is dat pas na 3,67 jaar. De apotheek heeft derhalve gedurende een periode van 3,67 jaar repeterende inkomsten gederfd door het missen van 200 nieuwe patiënten in de periode van de vertraging. Dat gemis aan inkomsten kan op basis van kengetallen van de Stichting Farmaceutische Kengetallen (hierna: SFK) worden berekend op € 72.948,-. Elongo heeft de apotheek die schade gedeeltelijk vergoed in de vorm van een korting op de huurprijs gedurende een aantal jaren. Zij was tot die vergoeding gehouden omdat zij de apotheek had gegarandeerd dat zij op 25 juni 2012 open kon gaan. Daardoor kon zij geen beroep doen op een eventuele exoneratieclausule in de huurovereenkomst.
a) betwist dat de opening van de apotheek is vertraagd. Volgens Damstra blijkt nergens uit dat de apotheek oorspronkelijk op 25 juni 2012 open zou gaan. Bovendien had de apotheek volgens Damstra ook op 25 juni open kunnen gaan, maar heeft Elongo er de voorkeur aan gegeven om alles in het werk te stellen om de huisartsenpraktijken op 25 juni te kunnen openen;
b) betwist dat de apotheek schade heeft geleden in de vorm van een vertraagde patiëntenopbouw. Volgens Damstra bestaat de apotheek al sinds 2006 en had verwijzing door de huisartsen van patiënten naar de apotheek gewoon kunnen plaatsvinden;
c) de omvang van de schade betwist. Volgens Damstra berust de schadeberekening op (ken)getallen die niet op enigerlei wijze worden gestaafd en kan aan het staatje van Propstra geen enkele waarde worden gehecht;
d) betwist dat Elongo de (beweerdelijke) schade aan de apotheek heeft vergoed;
e) betwist dat de beweerdelijk door de apotheek geleden schade in de vorm van inkomstenderving aan Damstra kan worden toegerekend. Volgens Damstra staat de schadegebeurtenis (het niet juist aandraaien van een snelkoppeling) in een te ver verwijderd verband tot de beweerdelijk geleden schade (bedrijfsschade in de vorm van een vertraagde patiëntenopbouw).
4.4 Het hof heeft geen aanleiding om te betwijfelen dat de opening van de apotheek was gepland op 25 juni 2012.
Vast staat dat het pand op 31 mei 2012 door Damstra is opgeleverd aan Elongo, niet is betwist dat Elongo met haar huurders (waaronder de apotheek) had afgesproken dat de huur vanaf 15 juni 2012 betaald zou dienen te worden, en al in de brief van 5 juni 2012 - de brief waarin Elongo Damstra aansprakelijk stelt voor schade door de waterlekkage - wordt vermeld dat met ingang van 25 juni 2012 alle praktijken geopend en operationeel dienen te zijn.
Daartegenover heeft Damstra haar betwisting dat de apotheek op 25 juni 2012 open zou gaan niet op enigerlei wijze onderbouwd.
Tijdens de comparitie van partijen heeft Elongo in haar op schrift gestelde spreekaantekeningen nog een eigen berekening gemaakt van de schade op basis van kengetallen die onder meer zouden zijn te vinden in het rapport van de SFK. Die berekening wijkt op een aantal punten af van het rapport van Propstra en komt ook op een iets ander schadebedrag uit, te weten € 73.377,26. Die hernieuwde berekening, met een andere uitkomst, is echter te laat in deze (hoger beroep) procedure ingediend. Bovendien blijft onduidelijk hoe de berekening aansluit op kengetallen van het SFK. In het bijzonder is voor het hof (nog steeds) niet inzichtelijk waarop de aanname is gebaseerd dat de apotheek gedurende de periode van de vertraging 200 nieuwe patiënten had kunnen inschrijven en dat het gemis van die patiënten pas na verloop van een aantal jaren ingelopen zou zijn. In dat verband wordt opgemerkt dat uit een door Elongo overgelegd overzicht van haar patiënteninstroom blijkt dat zij per eind augustus 2012 al 521 patiënten had ingeschreven. Uitgaande van een aanwas van 200 patiënten per maand zou de achterstand dan dus al eind augustus 2012 zijn ingelopen.
- Damstra heeft dat betwist- en daarom jegens de apotheek aansprakelijkheid zou hebben aanvaard voor de onderhavige door de apotheek gevorderde (bedrijfs)schade ziet op een Elongo persoonlijk betreffende omstandigheid, waarmee zij een aansprakelijkheid jegens de apotheek heeft aanvaard die in beginsel niet op haar rustte. Het (beweerdelijke) nadelige gevolg daarvan voor Elongo (verminderde huuropbrengst) kan zij dan niet afwentelen op Damstra als een gevolg van de door Damstra veroorzaakte waterschade.
Tijdens de comparitie heeft Elongo nog aangevoerd dat zij de garantie aan haar huurders pas heeft verstrekt nadat Damstra aan haar had gegarandeerd dat er per 1 juni 2012 zou worden opgeleverd. Ook dat betreft echter een nieuwe stelling, die bovendien door Damstra is weersproken. Van die stelling kan derhalve niet worden uitgegaan. Overigens heeft Damstra (terecht) aangevoerd dat bij een oplevering altijd rekening moet worden gehouden met onvoorziene omstandigheden.