Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het verloop van de procedure in eerste aanleg
2.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de appeldagvaarding van 1 februari 2018;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord.
3.De vaststaande feiten
4.De vordering en de beslissing in eerste aanleg
5.De bespreking van de grieven
grief 1komt [appellant] op tegen de honorering van het verjaringsverweer door de rechtbank. Hij voert aan dat het door hem gevorderde bedrag niet in de jaren
30 mei 2011 opeisbaar is geworden. [appellant] heeft de stellingen van [geïntimeerden] c.s. in hoger beroep gemotiveerd betwist, door zich te beroepen op tussen partijen bij het aangaan van de geldlening gemaakte afspraken. Voor dit betoog van [appellant] is wel enige steun te vinden in de akte van schuldbekentenis / geldlening, omdat in deze akte uitdrukkelijk wordt gesproken over betaling van een netto som. Ook in de correspondentie tussen partijen zijn aanknopingspunten te vinden voor de juistheid van het betoog van [appellant] , onder meer in brieven van de accountant van [geïntimeerden] c.s. aan [appellant] van 31 augustus 2007, waarin er melding van wordt gemaakt dat bij de geldlening rekening is gehouden met loonheffing, en 15 februari 2008, waarin de accountant aangeeft dat vanwege fiscale verplichtingen [appellant] niet zomaar een keuze kan maken tussen een netto of een bruto bedrag.
Voorts brengt [appellant] op het totaal van € 314.754,- het bedrag van de geldlening van € 104.181,- in mindering. Echter, [appellant] heeft zelf gesteld dat de lening een afrekening betrof van een bruto provisieaanspraak van € 243.226,-(…). In dat licht is zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet helder waarom slechts het nettobedrag van de lening wordt afgetrokken van de totale provisieaanspraak in plaats van genoemd brutobedrag van€ 243.226,-."
Grief 2, die zich keert tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg en die zoals [appellant] terecht opmerkt, geen zelfstandige betekenis heeft, faalt dan ook. Bij deze stand van zaken zal [appellant] worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep (geliquideerd salaris van de advocaat: 1 punt, tarief V) en in het nasalaris (zoals gevorderd).