Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een echtscheiding tussen een man en een vrouw die in gemeenschap van goederen met elkaar zijn gehuwd. De man heeft op 13 maart 2017 verzocht om echtscheiding, terwijl de vrouw dit verzoek heeft betwist. De rechtbank Gelderland heeft op 14 november 2017 de echtscheiding uitgesproken, waarna de vrouw in hoger beroep is gegaan. Het hof heeft de feiten en het verloop van de procedure in eerste aanleg in overweging genomen. De man heeft gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, terwijl de vrouw dit betwist en aangeeft nog steeds van de man te houden. Het hof heeft de verklaringen van beide partijen gehoord en is van oordeel dat de man voldoende heeft aangetoond dat er geen uitzicht is op herstel van de echtelijke verhoudingen. De vrouw heeft geprobeerd aan te tonen dat er nog steeds een relatie is, maar het hof oordeelt dat de man niet meer van de vrouw houdt en dat er geen gezamenlijk huishouden meer is. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, waarbij de echtscheiding is uitgesproken.