Uitspraak
[verzoeker],
1.Het verloop van de procedure
en mr. Roosjen hebben het verzoek mondeling toegelicht.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In de zaak met parketnummer 21-004158-16 heeft op 11 december 2018 een mondelinge behandeling plaatsgevonden voor de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden. Tijdens deze zitting heeft de verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. S.O. Roosjen, de raadsheren mr. L.T. Wemes, mr. K. Lahuis en mr. J. Dolfing gewraakt. De voorzitter heeft de behandeling van de zaak geschorst en het proces-verbaal van deze zitting is bij de stukken gevoegd. De gewraakte raadsheren hebben niet in de wraking berust en hebben verklaard af te zien van het recht te worden gehoord. Het wrakingsverzoek is vervolgens behandeld door de wrakingskamer, waarbij de gewraakte raadsheren niet aanwezig waren. De wrakingskamer heeft na beraadslaging in raadkamer in het openbaar uitspraak gedaan.
De wrakingskamer heeft het verzoek tijdig en ontvankelijk geacht. De verzoeker heeft aangevoerd dat de beslissing van de meervoudige strafkamer om geen beslissing te geven op zijn onderzoekswensen, onbegrijpelijk is en voortkomt uit vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid is. De aanhouding van de beslissing op de onderzoekswensen is niet zo onbegrijpelijk dat het hof de indruk heeft gewekt vooruit te lopen op het eindoordeel over het bewijs en de schuldvraag van de verzoeker. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd is en heeft het verzoek tot wraking afgewezen.
De beslissing is gegeven door de leden van de wrakingskamer en is in het openbaar uitgesproken op 11 december 2018, met ondertekening op 18 december 2018.