Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
mr. Koek. De moeder is bijgestaan door haar advocaat. Namens de GI zijn verschenen mevrouw [C] en mevrouw [D] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de gezags- en omgangsregeling van twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], van wie de ouders in 2012 uit elkaar zijn gegaan. De vader, die in hoger beroep is gegaan, verzoekt om gezamenlijk gezag en een uitbreiding van de omgangsregeling. De moeder, die het ouderlijk gezag alleen uitoefent, verzet zich hiertegen en vraagt de rechtbank om de eerdere beschikking te bekrachtigen. Het hof verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Noord-Nederland en constateert dat er in het verleden veel is geprobeerd om de communicatie tussen de ouders te verbeteren, maar dat deze pogingen niet succesvol zijn geweest. De vader heeft de kinderen erkend, maar de moeder oefent het gezag alleen uit. De kinderen staan sinds 2013 onder toezicht van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Noord.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de vader in het verleden regelmatig omgangsmomenten heeft afgezegd en dat de communicatie tussen de ouders problematisch is. Het hof oordeelt dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders als er gezamenlijk gezag zou worden toegekend. De vader heeft in zijn verzoekschrift ook gevraagd om een belcontact van een keer per week, maar dit verzoek wordt afgewezen. Het hof besluit de bestreden beschikking van de rechtbank te bekrachtigen, waarbij de moeder alleen met het gezag belast blijft en de omgangsregeling zoals vastgesteld door de rechtbank in stand blijft.