5.7Blijkens pagina 1 van de inleidende dagvaarding is [geïntimeerde2] gedagvaard "
in zijn hoedanigheid als bestuurder van gedaagde sub 1" (= Estercom). In die dagvaarding wordt vervolgens (nummers 45 tot en met 58) uiteengezet op welke gronden de Stichting meent dat [geïntimeerde2] uit hoofde van onrechtmatige daad aansprakelijk is voor de gevolgen van het niet nakomen van het vonnis van 21 augustus 2013. Die gronden kunnen, samengevat, als volgt worden weergegeven:
- [geïntimeerde2] heeft het Detacheringsbureau na het vonnis van 21 augustus 2013 niet op de juiste wijze dan wel heimelijk ontbonden en is gestopt met het nakomen van de betalingsverplichting uit dat vonnis;
- [geïntimeerde2] heeft onvoldoende meegewerkt aan het destijds (ten behoeve van de zaak die heeft geleid tot het vonnis van 21 augustus 2013) uitgevoerde onderzoek;
- [geïntimeerde2] was, via het controlerapport van Providius, op de hoogte van de benadeling van zijn werknemers, maar ondernam desondanks geen actie;
- [geïntimeerde2] heeft de bij het Detacheringsbureau geconstateerde overtredingen later/aansluitend bij Estercom voortgezet;
- [geïntimeerde2] heeft niet willen meewerken aan executie van het vonnis van 21 augustus 2013;
- [geïntimeerde2] heeft het Detacheringsbureau uitgeschreven uit het handelsregister op de grond dat baten zouden ontbreken hoewel uit de jaarstukken 2009, 2011 en 2012 nog blijkt van een zeer gunstige financiële positie van het Detacheringsbureau;
- jaarstukken over 2013 en 2014 zijn niet gedeponeerd.
Deze feitelijke onderbouwing laat geen andere conclusie toe dan dat de Stichting het handelen van [geïntimeerde2] als bestuurder van zowel het Detacheringsbureau als Estercom ten grondslag heeft gelegd aan het verwijt van onrechtmatig handelen. Aan de op pagina 1 van de dagvaarding opgenomen passage over de hoedanigheid waarin [geïntimeerde2] is gedagvaard komt in dat licht bezien geen zelfstandige, de grondslag van de vordering beperkende, betekenis toe. Van belang is in dit verband ook nog dat [geïntimeerde2] in eerste aanleg geen blijk ervan heeft gegeven de dagvaarding te hebben opgevat in de beperkte zin die de kantonrechter daaraan heeft gegeven.