Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
[C] , beëdigd tolk in de Hongaarse taal (ingeschreven in het Register beëdigde tolken en vertalers onder nummer [000] ). De vrouw werd voorts vergezeld door mevrouw [D] , beëdigd tolk in de Hongaarse taal (ingeschreven in het Register beëdigde tolken en vertalers onder nummer [001] ).
3.De feiten
I. te bepalen dat [de minderjarige] voortaan haar hoofdverblijfplaats zal hebben bij de man;
4.De omvang van het geschil
niet-ontvankelijk te verklaren dan wel het verzoek van de man af te wijzen en de man te veroordelen in de kosten van het hoger beroep.
5.De motivering van de beslissingDe ontvankelijkheid van het hoger beroep
De rechtsmacht
Het toepasselijke recht
[de minderjarige] 's eigen mening hierover - die niet altijd even consistent is -, van oordeel blijft dat een nieuwe wijziging van haar hoofdverblijfplaats niet in haar belang moet worden geacht. Voor zover de man naar voren heeft gebracht dat [de minderjarige] aan hem vraagt om te bewerkstelligen dat zij bij hem mag wonen, merkt het hof op dat deze uitlatingen kunnen worden begrepen vanuit het bij [de minderjarige] aanwezige loyaliteitsconflict.
De proceskosten
6.De beslissing
21 maart 2017;