Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep, verder te noemen: de ouders,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek van de ouders van betrokkene tot ontslag van de huidige curator, [de curator], en benoeming van henzelf of een derde als curator. De ouders zijn in hoger beroep gekomen van een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, waarin hun verzoek tot ontslag van de curator werd afgewezen. De ouders stellen dat de verstandhouding met de curator slecht is en dat dit in het belang van betrokkene niet bevorderlijk is. De curator en de stichting verzetten zich tegen het verzoek van de ouders en stellen dat er geen gewichtige redenen zijn voor ontslag van de curator. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de ouders, de curator en de stichting hun standpunten hebben toegelicht. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 april 2018. Het hof oordeelt dat er geen sprake is van een ingrijpende wijziging in de situatie sinds de vorige beschikking van 24 november 2016, waarin het hof al had geoordeeld dat de ouders hun taken als curator niet naar behoren hadden vervuld. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter en wijst het verzoek van de ouders af. Tevens worden de ouders veroordeeld in de kosten van de procedure.