Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan
de gemeente Zaltbommel(hierna: de heffingsambtenaar)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
daarnaast een meer subsidiaire grond. In die meer subsidiaire grond is geconcludeerd dat de
aanslagregel legeskosten bouwen moet worden vernietigd in verband met strijd met art. 229b
Gemeentewet. In het licht daarvan verzoek ik u om aan mij de stukken toe te sturen op grond
waarvan beoordeeld kan worden of de legesverordening 2014 in zijn geheel, en Titel 2 op
zichzelf, voldoet aan art. 229b Gemeentewet.”
- Verordening op de heffing en invordering van leges 2014.
- Verordening tot de eerste wijziging van de Legesverordening 2014.
- Kennisgeving ODR van 20 april 2014 dat aanvraag omgevingsvergunning in behandeling is genomen.
- Bekendmaking ODR omgevingsvergunning van rechtswege op 26 juni 2014.
- Legesberekening ODR van 27 juni 2014.
- Legesbesluit van 2 juli 2014.
- Factuur van 2 juli 2014.
- Bezwaarschrift van de heer [X] van 8 augustus 2014.
- Ontvangstbevestiging bezwaarschrift van 12 augustus 2014.
- Verzoek van 9 september 2014 om afspraak te maken over horen.
- Verzoek van 20 september 2014 per fax en per brief om een conceptmotivering alvorens te horen.
- Ontvangstbevestiging van 24 september 2014 van verzoek om conceptmotivering.
- Verdagingsbesluit beslissing op bezwaar van 30 december 2014.
- Herhaald verzoek van 5 februari 2015 om conceptmotivering.
- Diverse e-mails, waaronder toezending op 5 februari 2015 van de conceptmotivering.
berust en dat met de blote stellingen in de concept-uitspraak de gemeente niet voldoet aan de
op haar rustende bewijslast.
worden vastgesteld dat de daarmee geraamde baten de geraamde lasten niet overtreffen.
(…)
Hierbij verzoek ik aan uw college – voor zover nodig op grond van de WOB – om
verstrekking van alle informatie betreffende de kostprijsberekeningen van de leges die
betrekking hebben op de legesverordening 2014.”
de kostprijsberekeningen van de leges die betrekking hebben op de Legesverordening 2014.
(…)
dat betrekking heeft op mijn WOB-verzoek!”
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
Ook de tweede versie van de kostprijsberekening van 7 januari 2016 kan niet leiden tot een dergelijke verplichting. De tweede versie is naar aanleiding van het horen aangepast en is daarom ook geen stuk waarin feiten en omstandigheden staan die het bestuursorgaan eerst na het horen bekend zijn geworden. De stukken die aan belanghebbende op 2 februari 2016 zijn toegezonden in het kader van de WOB-procedure betreffende de jaren 2011 tot en met 2015 niet zijnde 2014, betreffen geen feiten en omstandigheden die van aanmerkelijk belang kunnen zijn voor de op bezwaar te nemen beslissing in de zin van artikel 7:9 van de Awb.