ECLI:NL:GHARL:2018:4603
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. van der Zee-Venema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake administratieve sanctie voor snelheidsovertreding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, die op 9 juni 2017 een beroep van [betrokkene] B.V. ongegrond verklaarde. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. [B], had hoger beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie van € 161,- die was opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom op 17 augustus 2016. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de kantonrechter ten onrechte had geoordeeld dat uit de overlegde huurcontracten niet kon worden afgeleid dat de kentekenhouder, [betrokkene] B.V., een huurovereenkomst had aangegaan met de heer [E]. De gemachtigde overhandigde een uittreksel uit het handelsregister ter onderbouwing van zijn standpunt dat [D] een handelsnaam is van [betrokkene] B.V.
Het hof heeft de zaak behandeld op 8 mei 2018, waarbij de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig was. De advocaat-generaal, mr. [C], was wel aanwezig en heeft een verweerschrift ingediend. Het hof oordeelde dat de betrokkene als kentekenhouder een beroep kan doen op artikel 8, aanhef en onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Het hof concludeerde dat de huurovereenkomst die door de betrokkene was overgelegd, geldig was en dat de betrokkene een disculpatiemogelijkheid toekwam.
Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd en het bedrag dat door de betrokkene was gestort ter zekerheid werd gerestitueerd. Tevens werd de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op € 250,50. Dit arrest is uitgesproken ter openbare zitting.