Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 mei 2018 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de wijziging van kinderalimentatie. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, heeft de rechtbank Gelderland verzocht om de eerder vastgestelde kinderalimentatie te wijzigen. De rechtbank had in haar beschikking van 28 augustus 2017 de kinderalimentatie met ingang van 1 april 2017 vastgesteld op € 148,48 per maand. De man heeft in hoger beroep vier grieven ingediend, waarbij hij verzocht om de kinderalimentatie op nihil te stellen voor de periode van 1 augustus 2007 tot 1 april 2017 en om de alimentatie met ingang van 1 april 2017 op nihil te stellen.
De vrouw en [verweerster 2] hebben incidenteel hoger beroep ingesteld en verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot wijziging van de alimentatie. Het hof heeft vastgesteld dat er sinds de beschikking van 4 september 2007 wijzigingen in de financiële omstandigheden van partijen hebben plaatsgevonden, wat aanleiding gaf tot een herbeoordeling van de behoefte van [verweerster 2] en de draagkracht van partijen. Het hof heeft geoordeeld dat de man onvoldoende actie heeft ondernomen om de alimentatie eerder te wijzigen en heeft de ingangsdatum van de wijziging vastgesteld op 1 april 2017.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en de onderhoudsbijdrage voor [verweerster 2] gewijzigd, waarbij de man vanaf 1 april 2017 tot 1 oktober 2017 € 192,- per maand en vanaf 1 oktober 2017 € 176,- per maand aan [verweerster 2] moet betalen. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.