Uitspraak
[appellante],
Leyten Bouwplanontwikkeling B.V.,
SOR,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
grief IVvan [appellante] in zoverre haar belang is ontvallen. Daarmee, en met wat verder in hoger beroep onbestreden is gebleven, staat het volgende vast.
zandcementvloer
vloerverwarming
afvoer tav ventilatie keuken 1 m
gas, water, elektra aansluiting tot in de meterkast
vetopvangput
2 Inzicht wanneer huurcontract tekenen
3. De punten op de i zetten mbt alle afspraken.
Wat was er met de datum 1 juni 2013 oplevering? Ik wist dat die datum genoemd was en ook in de LOI verwerkt was. Is het zo dat wanneer Leyten niet voor 1 juni oplevert, de deal off is??? Ik mag toch hopen van niet??!?
(…) De partij van [A] had gedacht dat de sleutel voor 1 juni was overgedragen en zij aan de beurt waren. De situatie is volgens hun zo, dat het nog steeds onduidelijk is of Leyten het voor elkaar kan krijgen of niet.
Zij hebben niet gezegd, dat ze het niet gaan doen, maar er werd gezegd dat wanneer de vloer erin ligt dan hebben ze extra kosten etc. Daarop werd wel gezegd dat de unit niet voor 1 juni is opgeleverd, hierover heb ik wel info van je nodig wat dat in deze deal betekent.
Zij hebben gesteld dat door de vertraging door bestemmingsplan, de afspraken niet meer gelden zoals afgesproken, omdat men met de timing zit etc (…) Zij willen nogmaals om de tafel wanneer er duidelijk is wanneer de bestemming in orde is, en ga er maar van uit dat zij bijv. de containerruimte willen als extra willen hebben en vertraging van het project doorgeschoven moet gaan worden. (…).
Ik zie dit verhaal als volgt: de deals is niet off, maar neigt af te glijden. Bij een zachte landing moet men denken aan weer om de tafel om de punten op de i te zetten een krabbel om het nieuwe 1 huurcontract, bij een harde landing is een juridische procedure waarbij 1 partij opgeknoopt gaat worden (mits LOI waterdicht) Ik denk dat jij ook denkt dat de 1e de voorkeur moet hebben."
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
grieven I tot en met III, IV (voor zover nog van belang) en Vrichten zich in de kern tegen het oordeel van de kantonrechter dat de door [appellante] op 26 maart 2013 ondertekende huuraanbieding als een huurovereenkomst moet worden aangemerkt. Deze grieven en de daarop gegeven toelichting nemen in de eerste plaats tot uitgangspunt dat [appellante] in maart 2013 slechts nog belangstelling had voor de bedrijfsruimte, dat de bijeenkomst van 26 maart 2013 bedoeld was als toelichting van SOR op wat zij kon betekenen voor een eventueel (via een nog op te richten besloten vennootschap) te starten onderneming in het betreffende ruimte, dat [appellante] de Nederlandse taal nauwelijks beheerst en het document niet goed begreep, dat zij slechts een intentie wilde uitspreken en dat de door Leyten ingeschakelde (Chinese) makelaar [B] tegen [appellante] heeft gezegd dat de huuraanbieding slechts een formaliteit was en dat uit dat document nog geen verplichtingen zouden volgen. [appellante] , zo begrijpt het hof, stelt zich derhalve op het standpunt dat zij met de ondertekening van de “huuraanbieding” niet haar wil tot uitdrukking heeft willen brengen om een huurovereenkomst aan te gaan.
6.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal/zullen opgeven op de
roldatum