Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellanten] c.s.,
Odyssee,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een geschil tussen ouders en de Stichting voor openbaar onderwijs Odyssee over de plaatsing van hun dochter, [B], na een aantal incidenten op school. De ouders, appellanten, hebben in eerste aanleg een kort geding aangespannen omdat zij van mening zijn dat de school onterecht hun dochter in groep 8b heeft geplaatst, terwijl zij dachten dat zij in groep 7 zou worden geplaatst, zoals vastgelegd in een eerder gesloten vaststellingsovereenkomst. De ouders hebben diverse klachten ingediend tegen de school en de leerkrachten, waaronder beschuldigingen van discriminatie en mishandeling. De school heeft echter betoogd dat de plaatsing in groep 8b noodzakelijk was vanwege de omstandigheden en de belangen van alle betrokkenen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, inclusief de uitleg van de vaststellingsovereenkomst. Het hof oordeelt dat de school in redelijkheid heeft kunnen besluiten om [B] in groep 8b te plaatsen, gezien de spanningen en de situatie rondom de leerkrachten en de andere leerlingen. De ouders hebben niet voldoende onderbouwd dat de school in strijd heeft gehandeld met de gemaakte afspraken of met de wet- en regelgeving. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelt de ouders in de kosten van het hoger beroep.