Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de verlenging van de uithuisplaatsing van de kinderen [kind 1], [kind 2] en [kind 3] van de moeder, die in hoger beroep is gegaan tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland. De kinderrechter had op 19 februari 2018 besloten om de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van de kinderen te verlengen tot 22 februari 2019. De moeder is het niet eens met deze beslissing en verzoekt het hof om de kinderen weer naar huis te laten gaan. De William Schrikker Stichting en de raad voor de kinderbescherming zijn het niet eens met het verzoek van de moeder en vragen om afwijzing van haar verzoek.
De moeder heeft in het verleden te maken gehad met huiselijk geweld en is van mening dat de situatie nu anders is, nu de relatie met de vader is beëindigd. Ze heeft hulp gezocht en is bereid om samen met de William Schrikker Stichting een veiligheidsplan op te stellen. De raad voor de kinderbescherming heeft echter ernstige zorgen over de opvoedsituatie van de kinderen, die signalen van verwaarlozing en kindermishandeling vertonen. Het hof heeft de situatie zorgvuldig beoordeeld en komt tot de conclusie dat de kinderen niet terug kunnen naar de moeder, omdat er nog steeds redenen zijn om de uithuisplaatsing te handhaven. Het hof bekrachtigt daarom de beslissing van de kinderrechter en wijst het beroep van de moeder af.