Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft de geïntimeerde een verklaring voor recht gevraagd dat hij eigenaar is van een Vespa scooter en heeft hij gevorderd dat de verkoper, die als gedaagde en appellant optreedt, wordt veroordeeld tot afgifte van deel II van het kentekenbewijs. De rechtbank heeft deze vorderingen toegewezen. De verkoper kan echter in het hoger beroep tegen dat vonnis niet worden ontvangen, omdat er duidelijke aanwijzingen zijn dat de vorderingen geen hogere waarde vertegenwoordigen dan de appelgrens van € 1.750,-. De eiser heeft gesteld dat hij de scooter heeft gekocht voor € 1.350,-, wat de basis vormt voor de vorderingen. Het hof oordeelt dat het enkele feit dat de verkoper heeft betoogd dat de scooter meer waard was dan € 1.750,- niet voldoende is om het hoger beroep ontvankelijk te verklaren, aangezien er geen reconventionele vordering is ingediend die deze stelling ondersteunt.
Het hof heeft het hoger beroep van de verkoper niet-ontvankelijk verklaard en hem veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. De kosten zijn vastgesteld op € 314,- voor griffierecht en € 1.518,- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente. Dit arrest is uitgesproken op 28 augustus 2018 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, in de civiele rechtspraak.