Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissingen van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 30 januari 2015 en 1 december 2016 zijn genomen in het kader van een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard en later het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gemachtigde geen gronden had aangevoerd. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de kantonrechter niet opnieuw op het beroep kon beslissen, omdat de eerdere beslissing niet was vernietigd. Hierdoor wordt de tweede beslissing van de kantonrechter vernietigd.
Het hof stelt vast dat het hoger beroep tijdig is ingesteld, omdat niet kan worden vastgesteld dat de beslissing van de kantonrechter van 30 januari 2015 aan de betrokkene of zijn gemachtigde is verzonden. De kantonrechter had geoordeeld dat de officier van justitie op goede gronden het beroep niet-ontvankelijk had verklaard, maar het hof komt tot de conclusie dat de officier van justitie niet op de juiste wijze de op de zaak betrekking hebbende stukken heeft verstrekt aan de gemachtigde van de betrokkene. Dit heeft geleid tot de vernietiging van de beslissingen van de kantonrechter en de officier van justitie.
Het hof verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond en vernietigt deze beslissing, terwijl het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond wordt verklaard. De advocaat-generaal wordt veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, tot een bedrag van € 501,-.