Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.de gecertificeerde instellingWilliam Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
[de pleegouders],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind. De moeder, die alleen het gezag over het kind uitoefende na het overlijden van de vader in 2016, had het kind in 2016 bij de grootouders vaderszijde achtergelaten. De rechtbank Noord-Nederland had eerder, op 5 februari 2019, op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming het gezag van de moeder beëindigd en de GI tot voogd benoemd. De moeder ging hiertegen in hoger beroep met zeven grieven, waarbij zij verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen.
Het hof overwoog dat het belang van het kind voorop staat en dat de ontwikkeling van het kind ernstig wordt bedreigd als hij bij de moeder zou opgroeien. Het hof concludeerde dat de moeder niet in staat is om voor het kind te zorgen en dat de stabiliteit en continuïteit in de opvoedingssituatie van het kind gewaarborgd moet worden. De moeder had weliswaar een positieve ontwikkeling doorgemaakt, maar het hof oordeelde dat dit niet voldoende was om het gezag te handhaven. De moeder had geen expliciete en onvoorwaardelijke duurzame bereidheid getoond om het kind in het pleeggezin te laten opgroeien, wat ook een belangrijke factor was in de beslissing.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de moeder in hoger beroep af. De beslissing werd genomen in het belang van het kind, dat bij de pleegouders een veilige en stabiele plek heeft gevonden.