Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Ziut q.q.,
Ziut,
TVM,
1.Het geding in eerste instantie
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling in het incident
19 maart 2019voor memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 februari 2019 uitspraak gedaan in een incident dat is opgeworpen door Ziut B.V., die in haar hoedanigheid van vertegenwoordiger van een aantal opdrachtgevers optreedt. In eerste aanleg was Ziut niet-ontvankelijk verklaard door de rechtbank Noord-Nederland, omdat zij de vorderingen in eigen naam had ingesteld, terwijl het in feite schadevergoedingsvorderingen van haar opdrachtgevers betrof. In hoger beroep heeft Ziut verzocht om tussen te mogen komen als vertegenwoordiger van deze opdrachtgevers.
Het hof heeft, onder verwijzing naar relevante rechtspraak van de Hoge Raad, geoordeeld dat Ziut q.q. (in haar hoedanigheid van vertegenwoordiger) een belang heeft bij de procedure en dat zij zich kan voegen in het geding. Het hof heeft vastgesteld dat Ziut regelmatig facturen indient bij TVM Verzekeringen N.V. voor schadevergoeding, maar dat TVM slechts 80% van deze facturen betaalt, wat aanleiding gaf tot het geschil. De rechtbank had eerder geoordeeld dat Ziut niet-ontvankelijk was, maar het hof heeft nu de vordering tot tussenkomst toegewezen.
De beslissing van het hof houdt in dat Ziut q.q. is toegestaan om tussen te komen in de zaak van Ziut (pro se) tegen TVM. De kosten van het incident worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. De hoofdzaak wordt verwezen naar de rol voor memorie van antwoord, waarbij het hof geen aanleiding ziet voor Ziut q.q. om een aanvullende akte of memorie in te dienen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.