Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland van 23 september 2016. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene, die werd vertegenwoordigd door een gemachtigde, niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet de gronden van het beroep bevatte. De gemachtigde stelde echter dat de gronden van het beroep tijdig waren ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat het beroepschrift van 11 november 2015 inderdaad geen gronden bevatte, maar dat de gemachtigde tijdig de gronden van het beroep had ingediend, zoals blijkt uit de correspondentie in het dossier. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en geoordeeld dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond was.
De zaak betreft een administratieve sanctie van € 239,- opgelegd aan de betrokkene wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 27 km/h. De gedraging vond plaats op 23 juli 2015 op de Rijksweg A8 te Oostzaan. De gemachtigde voerde aan dat er geen verkeersbord A1 was geplaatst, waardoor de standaard maximumsnelheid van 130 km/h gold. Het hof oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging, en dat de enkele stelling van de gemachtigde niet voldoende was om aan de juistheid van de verklaring te twijfelen.
Het hof heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond verklaard. Tevens is de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, tot een bedrag van € 512,-.