Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
Stichting Nidos,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
[geboortedatum] te [geboorteplaats]
23 maart 2017 betreffende de zorgregeling gewijzigd in die zin dat de omgang wordt beëindigd en verder beslist dat de eventuele hervatting van omgang zal worden bepaald door de GI.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
7 februari 2019 is gebleken dat er vanaf 2015 sprake is van een voortdurende strijd tussen de ouders over [naam kind] . Die strijd is zo heftig dat de ouders niet samen in het belang van [naam kind] kunnen overleggen en afspraken maken. De ouders beschuldigen elkaar over en weer van mishandeling van [naam kind] en hebben geen enkel vertrouwen in elkaar. Ook de inspanningen van de GI hebben niet geleid tot een verbetering van de onderlinge verhoudingen. Gezien de duur en hevigheid van de strijd is het hof van oordeel dat aannemelijk is geworden dat er een onaanvaardbaar risico is dat [naam kind] klem of verloren zou raken tussen haar ouders en dat niet te verwachten is dat daar binnen afzienbare tijd verbetering in zal komen. De vader vreest dat de moeder met [naam kind] zal vertrekken uit Nederland. Het hof ziet voor die vrees geen objectieve gronden. De moeder heeft verklaard dat ze samen met [naam kind] in Nederland wil blijven, een eigen asielaanvraag heeft gedaan en inmiddels beschikt over een eigen verblijfsstatus met [naam kind] . Ook grief II van de vader in het principaal hoger beroep faalt. Het hof zal de beschikking van de rechtbank ten aanzien van het gezag bekrachtigen.