Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
4.De slotsom
€ 5.213
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, een besloten vennootschap, heeft een makelaarsovereenkomst gesloten met de geïntimeerden, ook besloten vennootschappen. De kern van het geschil betreft de uitleg van de overeenkomst en de vraag of de geïntimeerden zich aan hun verplichtingen hebben gehouden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de geïntimeerden tekortgeschoten zijn in hun verplichtingen, wat leidde tot de verbeurdverklaring van boetes. In hoger beroep vordert de appellant onder andere schadevergoeding en betaling van verbeurde boetes. Het hof bevestigt dat de geïntimeerden tekort zijn geschoten in de nakoming van de overeenkomst, maar matigt de boetes die zijn verbeurd. Het hof oordeelt dat de boetes niet in mindering komen op de schadevergoeding die de appellant vordert. De uitspraak van het hof bekrachtigt de eerdere vonnissen van de rechtbank, met uitzondering van enkele punten die opnieuw zijn beoordeeld. Het hof legt de kosten van het hoger beroep bij de geïntimeerden neer, aangezien zij in het ongelijk zijn gesteld.