Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[naam bedrijf],
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van een bewindvoerder. De verzoeker, die als bewindvoerder was aangesteld over de goederen van de rechthebbende, verzocht om zijn ontslag te vernietigen. De rechthebbende en zijn partner, die eerder gehuwd waren, hadden een vertrouwensbreuk ervaren en stelden dat er gewichtige redenen waren voor het ontslag van de bewindvoerder. Het hof oordeelde dat de relatie tussen de partijen ernstig verstoord was en dat er geen mogelijkheden meer waren voor samenwerking. De klachten van de rechthebbende over de bewindvoerder werden als gegrond beschouwd, en het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter om de bewindvoerder te ontslaan en een nieuwe bewindvoerder aan te stellen. De kosten van het geding in hoger beroep werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.