ECLI:NL:GHARL:2019:4179
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de ontvankelijkheid van een tussenvonnis in civiele procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van SubsidieZeker B.V. in haar hoger beroep tegen een tussenvonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had in een tussenvonnis van 28 december 2016 bindende eindbeslissingen genomen, maar deze waren niet opgenomen in het dictum, waardoor hoger beroep niet mogelijk was. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een deelvonnis waarvan hoger beroep kon worden ingesteld, en dat de rechtbank tussentijds geen hoger beroep had opengesteld. SubsidieZeker stelde dat zij ontvankelijk was omdat de rechtbank een eindoordeel had gegeven, maar het hof volgde deze redenering niet. Het hof verklaarde SubsidieZeker niet ontvankelijk in haar hoger beroep en veroordeelde haar in de kosten van het hoger beroep, vastgesteld op € 5.200,00 aan griffierecht en € 3.098,00 voor salaris advocaat. Het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.