Uitspraak
STC,
Zurich,
1.Het geding in eerste aanleg
mr. A.L. Goederee tot rechter-commissaris en met de aanstelling van mr. J.M. Sprangers, advocaat te Assen, als curator.
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
(1 punt, tarief II).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de faillietverklaring van STC, die op verzoek van Zurich Insurance PLC was uitgesproken door de rechtbank Noord-Nederland. STC, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.F. Fransen, verzocht het hof om het faillissementsvonnis te vernietigen, omdat Zurich niet summierlijk kon aantonen dat zij een vorderingsrecht had op STC. Het hof heeft vastgesteld dat Zurich, als gesubrogeerd verzekeraar van ASI, twee betalingen had gedaan, maar dat deze betalingen niet voldoende onderbouwd waren om een vorderingsrecht te rechtvaardigen. Het hof oordeelde dat de voorwaarden voor faillietverklaring, zoals neergelegd in artikel 6 lid 3 van de Faillissementswet, niet waren vervuld. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees het verzoek van Zurich af, waarbij het ook de proceskosten ten laste van Zurich stelde. De uitspraak benadrukt het belang van een summierlijke onderbouwing van vorderingsrechten in faillissementsprocedures.