Uitspraak
[appellant],
Apothekers Combinatie,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende een loonvordering van de appellant, die in eerste aanleg niet-ontvankelijk was verklaard vanwege het ontbreken van een verklaring als bedoeld in artikel 7:629a lid 1 BW. De appellant, werkzaam als bezorger van medicijnen bij Apothekers Combinatie Coevorden B.V., had zijn vordering ingediend na een loonstop die was ingegaan omdat hij niet voldeed aan zijn verplichtingen uit een Plan van Aanpak. De kantonrechter had geoordeeld dat de appellant niet-ontvankelijk was in zijn vordering omdat hij geen deskundigenoordeel had overgelegd bij zijn eis in eerste aanleg. Het hof heeft in hoger beroep de procedure en de argumenten van beide partijen beoordeeld. De appellant voerde aan dat hij door psychische klachten niet in staat was om tijdig een deskundigenoordeel aan te vragen, maar het hof oordeelde dat hij geen beroep had gedaan op een uitzonderingsgrond om het verplichte voorportaal te mogen passeren. Het hof concludeerde dat de appellant zijn vordering opnieuw had kunnen voorleggen aan de kantonrechter zodra hij zijn verzuim had hersteld. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en compenseerde de proceskosten in hoger beroep, zodat iedere partij de kosten aan eigen zijde diende te dragen.