Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 12 december 2018;
 - het verweerschrift met producties;
 - een journaalbericht van mr. Buijsrogge van 19 april 2019 met producties;
 - een journaalbericht van mr. Blankestijn van 26 april 2019 met producties, en
 - een brief van mr. Buijsrogge van 29 april 2019 met producties.
 
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2002 te [C] , en
 - [de minderjarige2] , geboren [in] 2005 te [A] .
 
4.De omvang van het geschil
- € 679,- per maand voor [de minderjarige1] en
 - € 533,- per maand voor [de minderjarige2] .
 
- € 522,- per maand ten behoeve van [de minderjarige1] en
 - € 449,- per maand ten behoeve van [de minderjarige2] .
 
primair)dan wel
subsidiairdie bijdrage vast te stellen niet eerder dan met ingang van 11 oktober 2018 en die bijdrage – vervolgens –
primairte limiteren tot 1 juli 2021 en
subsidiairop nihil te stellen per 1 juni 2021.
5.De motivering van de beslissing
- € 2.281,33 aan rente;
 - € 1.130,- aan aflossing, en
 - € 47,- aan premie levensverzekering.