Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een administratieve sanctie die aan de betrokkene was opgelegd voor het parkeren in strijd met een parkeerverbod, aangegeven met bord E1. De kantonrechter had eerder de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond verklaard, waarbij een proceskostenvergoeding van € 188,- was toegewezen.
De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft geen verweerschrift ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de sanctie was opgelegd, namelijk parkeren in strijd met bord E1, niet had plaatsgevonden. De verklaring van de verbalisant en de bijgevoegde foto's toonden aan dat het voertuig van de betrokkene op een gehandicaptenparkeerplaats stond, wat een andere overtreding inhoudt.
Het hof heeft geoordeeld dat de sanctie niet had mogen worden opgelegd, omdat de situatie niet voldeed aan de voorwaarden voor het parkeerverbod. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd, het beroep gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking vernietigd. Tevens is bepaald dat het door de betrokkene gestelde bedrag aan hem moet worden gerestitueerd en dat de proceskosten van de betrokkene, ter hoogte van € 768,-, door de advocaat-generaal moeten worden vergoed.