Uitspraak
WOB,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
Grief 1richt zich tegen het oordeel van de kantonrechter zoals vervat in rechtsoverweging 4.14 van het tussenvonnis, dat voorshands voldoende aannemelijk is dat sprake is van zodanige overlast dat een procedure tegen Timon tot ontbinding van de met haar gesloten huurovereenkomst een redelijke kans van slagen heeft.
Grief 2neemt daarbij tot uitgangspunt dat de kantonrechter de bewijsregels niet dan wel onjuist heeft toegepast.
Grief 3bestrijdt dat WOB het van haar verlangde tegenbewijs niet heeft geleverd, terwijl
grief 4zich keert tegen het oordeel dat [geïntimeerden] c.s. nog steeds belang hebben bij hun vordering. Met
grief 5komt op WOB tegen haar veroordeling in de proceskosten en met
grief 6tegen het dictum van het eindvonnis.
grief 4aangevoerd dat [geïntimeerden] c.s. geen belang meer hebben bij hun vordering, strekkend tot het door WOB voeren van een ontbindingsprocedure.
grief 6, en dient hun vordering alsnog te worden afgewezen.
grief 5slaagt daardoor.
grieven 1 tot en met 3, voor zover in het voorgaande nog niet besproken, geen bespreking.