Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant 1] ,
[appellant 2]
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] ,
[geïntimeerde 3]
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De vorderingen in hoger beroep
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
De vennoot, aan wie ingevolge het vorige artikel de activa der maatschap
De uitkering als bedoeld in lid 1 van dit artikel zal ingeval van verblijving aan of
Over de uitkering is een rente verschuldigd gelijk aan het promesse-disconto van de
en II(hof: [geïntimeerde 2] )
zijn de enige vennoten in de tussen hen bestaande maatschap, in welke maatschap is ingebracht het veehoudersbedrijf aan de [adres 1] .
.
- de notaris heeft partijen uitgenodigd de akte van toedeling en levering op zijn kantoor te ondertekenen, heeft daartoe een tijdstip vastgesteld en heeft hun ten minste een week voor dit tijdstip een ontwerp van deze akte en een afrekening toegezonden;
- [appellanten] heeft niet uiterlijk op het door de notaris vastgestelde tijdstip meegewerkt aan de ondertekening van deze akte;
- het door [geïntimeerde 2] wegens overbedeling verschuldigde bedrag is gestort op de kwaliteitsrekening van de notaris.
6.De slotsom
- De grieven I-III ten aanzien van de rente over de vordering/schuld uit artikel 11 van de maatschapsovereenkomst falen vanwege de verjaring van de rechtsvordering.
- De grieven IV-VII ten aanzien van de verdeling van de woning slagen.
- Grief VII (bis) ten aanzien van de gebruiksvergoeding faalt.
- Grief VIII ten aanzien van de vraag of de koopoptie van de woning een gift is behoeft geen bespreking.
- Grief IX ten aanzien van de lening van € 29.495 faalt.
- De grieven X-XII over de winstverhouding in de maatschap behoeven geen bespreking gelet op de beslissing ten aanzien van de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap en de vaststelling van de vordering/verbintenis van artikel 11 maatschapsovereenkomst.
- Grief XIII ten aanzien van de voortzetting door [geïntimeerde 2] van de zaken van de maatschap ten tijde van het overlijden van vader faalt.
- De grieven XIV –XVI ten aanzien van de bankrekening van moeder falen.
- De grieven XVII-XIX ten aanzien van het melkquotum falen.
- Grief XX ten aanzien van de verjaring van de vordering/verbintenis van artikel 11 maatschapsovereenkomst faalt.
- Grief I ten aanzien van de onaanvaardbaarheid van het beroep op verjaring van de vordering/verbintenis van artikel 11 maatschapsovereenkomst slaagt.
- Grief II ten aanzien van de totstandkoming van de verdeling van de nalatenschap van vader slaagt.
- Grief III ten aanzien van de hernieuwde waardering van de onroerende zaken van de maatschap behoeft geen bespreking meer.
- Grief IV ten aanzien van het melkquotum slaagt.