Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag. De kantonrechter had het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat de werkzaamheden van de gemachtigde niet als beroepsmatig verleende rechtsbijstand konden worden aangemerkt. De gemachtigde had enkel het verweer van de betrokkene doorgestuurd. Het hof oordeelt echter dat deze omstandigheid niet betekent dat de belangen van de betrokkene niet zijn gediend. De kantonrechter had het verzoek om proceskostenvergoeding niet mogen afwijzen.
De zaak betreft een administratieve sanctie van € 140,- opgelegd aan de betrokkene voor het rijden op een fietspad. De betrokkene had verklaard dat hij dit deed om een onoverzichtelijke situatie te vermijden en dat een politieagent hem dit ooit had geadviseerd. Het hof oordeelt dat weggebruikers zich aan verkeersregels moeten houden, ongeacht hun persoonlijke inschatting van de veiligheid. Het verweer van de gemachtigde met betrekking tot fout parkeren wordt niet geaccepteerd, aangezien de gedraging het rijden op een fietspad betreft.
Het hof vernietigt de beslissing van de kantonrechter voor zover deze het verzoek om proceskostenvergoeding afwees, en bevestigt de beslissing voor het overige. De advocaat-generaal wordt veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, ter hoogte van € 384,-.