Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De beslissing
29 oktober 2019voor het nemen van de akte aan de zijde van de Gemeente in de in 1.6 bedoelde zin;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 1 oktober 2019, wordt het verdere verloop van het geding in hoger beroep besproken. Het hof heeft eerder op 5 februari 2019 een tussenarrest gewezen waarin werd aangekondigd dat een deskundigenbericht zou worden gelast. Partijen, [appellant] en de Gemeente Brummen, hebben de gelegenheid gekregen om vragen te formuleren voor de deskundige. Beide partijen hebben echter geen eensluidend voorstel gedaan voor de benoeming van een deskundige, maar hebben wel bezwaren geuit tegen bepaalde makelaars. Uiteindelijk heeft het hof besloten om de heer [naam1], NVM makelaar/taxateur, te benoemen als deskundige, waarbij partijen geen bezwaar hebben gemaakt tegen deze keuze.
Het hof heeft de deskundige gevraagd om de onderhandse verkoopwaarde van een perceel grond te bepalen, zowel zonder als met de mogelijkheid om een woning te bouwen. De vragen zijn geformuleerd met het oog op de maximale planologische invulling zonder vrijstelling van het bestemmingsplan. Het hof houdt verdere beslissingen aan en verwijst de zaak naar een roldatum voor het nemen van een akte aan de zijde van de Gemeente. De uitspraak is gedaan door de rechters A.A. van Rossum, F.J. de Vries en L.A. de Vrey, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.