Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan
de gemeente Barneveld(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 oktober 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 17 juli 2018. De heffingsambtenaar van de gemeente Barneveld had de waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat 1] te [Z] vastgesteld op € 1.447.000 voor het belastingjaar 2017, met een bijbehorende aanslag onroerendezaakbelasting van € 1.792,83. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en aanslag, maar de heffingsambtenaar heeft deze gehandhaafd. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld.
Tijdens de zitting op 20 september 2019 is er overeenstemming bereikt tussen partijen over de waarde van de onroerende zaak, die nu op € 1.314.000 is vastgesteld. Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd. Tevens is de aanslag OZB dienovereenkomstig verminderd. Het Hof heeft de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten van belanghebbende, die in totaal € 3.499,90 bedragen.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste waardering van onroerende zaken in het kader van de Wet WOZ en de procedurele waarborgen voor belanghebbenden in belastingzaken. Het Hof heeft de proceskostenvergoeding berekend op basis van de relevante richtlijnen en heeft de taxatiekosten van de onroerende zaak in aanmerking genomen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.