dhr. mr.drs. M.M. de Werd

De rechtbank oordeelt dat de BIV van een oud-militair een immateriële schadevergoeding is, maar dat het MIP belastbaar is. De aanslag IB/PVV 2022 blijft in stand.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en bevestigt de afwijzing van de verzoeken om ambtshalve vermindering van de inkomstenbelasting door de inspecteur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslag en boete in belastingzaak; navordering blijft in stand, boete verminderd wegens redelijke termijn overschrijding.

De rechtbank vernietigt de vergrijpboete, maar bevestigt de navorderingsaanslag inkomstenbelasting. Belanghebbende had inkomsten uit royalty's die niet waren aangegeven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond; bezwaar niet-ontvankelijk en verzuimboete van € 5.514 blijft in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van [belanghebbende] B.V. ongegrond, waardoor de aanslag vennootschapsbelasting in stand blijft. Geen bijzondere omstandigheden die toetsingsverbod schenden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm te hoog is en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag Bpm en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm te hoog is en verleent belanghebbende een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag Bpm van € 7.497, vermindert tot € 7.391 en kent immateriële schadevergoeding van € 1.000 toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm van € 5.219 te hoog is en vernietigt de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende krijgt recht op schadevergoeding van € 500 en proceskostenvergoeding van € 3.108.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm van € 7.470 terecht is, maar kent belanghebbende een schadevergoeding van € 1.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is, maar kent belanghebbende een immateriële schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm te hoog is en kent een immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag IB 2020 terecht is opgelegd, maar te hoog vanwege niet verleende arbeidskorting. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Nederland heffingsrecht heeft over pensioenuitkeringen van een inwoner van België. Beroep op vertrouwensbeginsel slaagt niet. Aanslag verminderd naar € 31.924.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat aanslagen IB/PVV voor 2017 van broers moeten worden verminderd en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank bevestigt naheffingsaanslag overdrachtsbelasting, vermindert verzuimboete naar € 2.166.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2015 heeft afgewezen, omdat de onjuistheid voortvloeit uit nieuwe jurisprudentie.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen vereiste aangifte heeft gedaan, wat leidt tot omkering van de bewijslast. Aanslagen en vergrijpboete blijven in stand.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag en navorderingsaanslag IB voor 2018 terecht zijn opgelegd aan een in Duitsland wonende belanghebbende, die een WGA-uitkering ontving.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag accijns voor rode diesel aan agrarisch bedrijf, oordeelt dat deze ten onrechte is opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] BV gegrond en wijst de inspecteur van de belastingdienst aan tot betaling van kostenvergoedingen van € 1.618 en € 907, en het griffierecht van € 365.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag accijns ongegrond, omdat hij accijns verschuldigd is voor tabak die hij voorhanden had.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag omzetbelasting van € 1.552.443 terecht is opgelegd aan belanghebbende, die niet heeft aangetoond recht te hebben op teruggaaf. Wel recht op schadevergoeding van € 4.500.

De rechtbank verklaart de beroepen tegen de uitspraken op bezwaar van 24 november 2023 niet-ontvankelijk wegens te late indiening. De inspecteur wordt opgedragen het beroepschrift als bezwaarschrift te behandelen.

De geheimhoudingskamer heeft op 24 januari 2025 het verzoek om geheimhouding van de inspecteur toegewezen, ter bescherming van de privacy van derden.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag dividendbelasting; inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat belanghebbende niet als uiteindelijk gerechtigde kan worden aangemerkt.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en verlaagt de WOZ-waarde van de woning tot € 649.000, met veroordeling van de heffingsambtenaar tot vergoeding van het griffierecht.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning moet worden verlaagd tot € 594.000, na beoordeling van het beroep van de belanghebbende tegen de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 331.000 voor de woning, zonder schending van het gelijkheidsbeginsel.

Beroep tegen WOZ-waarde woning gegrond; waarde verlaagd tot € 402.000 door rekenfout in matrix.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de kosten van betekening van het dwangbevel, omdat deze terecht zijn opgelegd volgens de wet.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep van belanghebbende gegrond is, vernietigt de uitspraak op bezwaar, maar past de forfaitaire kostenvergoeding aan. De ontvanger moet proceskosten en griffierecht vergoeden.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbenden ongegrond en bevestigt de aanmaningskosten in verband met navorderingsaanslagen over 2008-2012.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een BV geen afnemer is van door een hovenier geleverde diensten, waardoor naheffingsaanslag en boete terecht zijn opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde en aanslag OZB ongegrond, waardoor de waarde en aanslag gehandhaafd blijven.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag IB/PVV voor 2020 en de belastingrentebeschikking terecht zijn opgelegd, en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende tegen de aanslagen IB/PVV ongegrond, waardoor de aanslagen voor de jaren 2017 tot en met 2020 in stand blijven.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de uitspraak op bezwaar van de inspecteur in stand blijft en er geen dwangsom verschuldigd is.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de aanslag IB/PVV voor 2021, inclusief belastingrente, in verband met nabetaling van bijstandsuitkering.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vermindert de WOZ-waarde van de woning in Gilze en Rijen tot € 485.000, met een vergoeding van het griffierecht aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de WOZ-waarde ongegrond, waardoor de waarde van € 525.000 en de aanslag OZB gehandhaafd blijven.

Rechtbank vernietigt vergrijpboeten en vermindert navorderingsaanslagen voor erfgename van trustvermogen. Belanghebbende niet schuldig aan opzet of grove schuld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vermogen van de trust aan belanghebbende moet worden toegerekend, maar vernietigt vergrijpboeten wegens onjuiste aangiften. Navorderingsaanslagen zijn terecht opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vermogen van de trust aan belanghebbende moet worden toegerekend, maar vernietigt vergrijpboeten wegens onjuiste aangiften, omdat geen opzet of grove schuld kan worden aangetoond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV aan erflaatster, waarbij vermogen van een trust aan haar wordt toegerekend. De rechtbank vermindert de aanslagen en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt vergrijpboete van € 150.000 aan belastingadviseur, vermindert deze tot € 48.000 en kent € 3.000 immateriële schadevergoeding toe.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, maar kent een immateriële schadevergoeding van € 500 toe vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank heeft de naheffingsaanslag Bpm van € 6.361 verlaagd naar € 4.480 en schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.