Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, waarbij de kantonrechter het beroep van de betrokkene tegen een administratieve sanctie ongegrond heeft verklaard. De betrokkene had een boete van € 90,- gekregen voor het parkeren op een plek met een blauwe streep, terwijl de toegestane parkeertijd was verstreken. De betrokkene stelde dat de blauwe streep niet voldeed aan de eisen van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, omdat deze slechts 9 centimeter breed was in plaats van de voorgeschreven 10 centimeter. Hij betoogde dat dit leidde tot schending van de rechtszekerheid, omdat burgers zich aan regels moeten houden die door de overheid zijn vastgesteld.
Het gerechtshof oordeelt dat de breedte van de blauwe streep, hoewel deze niet voldeed aan de uitvoeringsvoorschriften, niet betekent dat er geen sprake is van een blauwe streep in de zin van artikel 25 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Het hof benadrukt dat de bepalingen van het BABW zich richten tot de wegbeheerder en dat weggebruikers hieraan geen rechten kunnen ontlenen. De betrokkene heeft erkend dat hij zijn voertuig op de aangegeven datum en tijd heeft geparkeerd zonder een geldige parkeerschijf. Het hof concludeert dat de sanctie terecht is opgelegd en bevestigt de beslissing van de kantonrechter.