Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de jong-meerderjarige1] (verder te noemen: [de jong-meerderjarige1] ); en
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De motivering van de beslissing
De man stelt in zijn verweerschrift dat hij een hypothecaire lening heeft moeten afsluiten bij een particulier omdat hij niet in staat was bij een bank een financiering te krijgen. Uit de stukken blijkt echter dat de man wel een hypotheek bij de [I] Bank heeft kunnen afsluiten. Zo volgt uit het journaalbericht van de man van 14 september 2019 (productie 13) dat aan de man door de [I] een hypotheek is verstrekt van € 556.000,- en dat de bank daarbij is uitgegaan van een jaarinkomen van de man van € 83.000,- terwijl de man stelt een jaarinkomen van € 22.500,- te hebben. De man stelt desgevraagd ter zitting weliswaar dat deze hypotheek is verkregen op basis van enkel de jaarstukken van 2017 maar de vrouw en [verzoeker] hebben deze stelling gemotiveerd betwist. Het hof vindt dat de man heeft nagelaten zijn stelling deugdelijk te onderbouwen door de juiste stukken te overleggen waarop de offerte van de [I] Bank is gebaseerd. Voorts wijst het hof erop dat de man heeft gesteld dat de eenmanszaak [G] is beëindigd, terwijl deze onderneming in het register van de Kamer van Koophandel staat in geschreven op het nieuwe woonadres van de man.
De vrouw en [verzoeker] hebben voorts terecht gesteld dat er wat betreft [G] sprake is geweest van het doen van te grote consumptieve bestedingen door de man. Hoewel de man stelt dat de privé onttrekking van € 11.000,- is gebruikt voor kinderalimentatie en een vakantie met de kinderen, blijkt dit nergens uit. Ten slotte wijzen de vrouw en [verzoeker] er op dat de man op geen enkele wijze duidelijkheid heeft verschaft over de door hem in 2018 aangekochte onderneming [J] B.V. De man heeft over de onderneming enkel verklaard dat de winkel niet winstgevend was en dat hij besloten heeft om de winkel te sluiten. Uit deze verklaring blijkt evenwel niets over de vraag of de activiteiten in deze vennootschap zijn beëindigd.