3.12Als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij zal het hof, mede gezien de gewijzigde proceshouding van [geïntimeerde] , [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties veroordelen. Grief V, die gericht is tegen afwijzing van de in eerste aanleg gevorderde proceskosten, slaagt daarom.
De kosten voor de procedure in eerste aanleg zullen aan de zijde van [appellant] worden vastgesteld op:
- explootkosten € 99,21
- griffierecht
€ 883
totaal verschotten € 982,21
- salaris advocaat € 1.086 (2 punten x tarief II).
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van [appellant] zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten € 99,91
- griffierecht
€ 318
totaal verschotten € 417,91
- salaris advocaat € 3.222 (3 punten x tarief II).
Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde nakosten toewijzen zoals hierna vermeld.
Het hof, recht doende in hoger beroep:
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in het hoger beroep van het tussenvonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem van 8 november 2017;
vernietigt het vonnis van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 22 augustus 2018 en opnieuw rechtdoende;
veroordeelt [geïntimeerde] te gehengen en te gedogen dat de bomen die binnen een afstand van 2 meter van de schutting aan de achterzijde van het perceel [a-straat ] 4 staan worden verwijderd, als Vryleve daartoe besluit, dit op straffe van een dwangsom van € 250 voor elke keer dat zij niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000;
veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling aan [appellant] van € 375 aan buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van de eerste aanleg, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van [appellant] wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op € 982,21 voor verschotten en op € 1.086 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep vastgesteld op € 417,91 voor verschotten en op € 3.222 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
veroordeelt [geïntimeerde] in de nakosten, begroot op € 157, met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82 in geval [geïntimeerde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;
verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. F.J. de Vries, M. Schoemaker en P.E. Ernste, is bij afwezigheid van de voorzitter getekend door de rolraadsheer en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 29 december 2020.