Uitspraak
[appellante],
Unigarant,
1.1. Het verloop van de procedure bij de kantonrechter
2.2. Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven (met producties);
- de memorie van antwoord (met producties);
- de akte van [appellante] .
2.3 Het hof begrijpt dat [appellante] in hoger beroep vordert dat het eindvonnis van de kantonrechter wordt vernietigd en dat haar vorderingen tegen Unigarant alsnog worden toegewezen. Het hof zal de niet geheel duidelijke conclusie van de memorie van grieven lezen in het licht van het petitum van de appeldagvaarding.
3.3. De vaststaande feiten en de beslissing van de kantonrechter
De verzekeraar van de andere betrokkene bij de aanrijding, Allianz, heeft de aansprakelijkheid afgewezen.
"
Gelet op de afwijzing van de aansprakelijkheid went ik mij wederom tot u met het verzoek om de letselschade van mw. [appellante] verder in behandeling te nemen."
Hij deelt verder mee dat [appellante] klachten en beperkingen ervaart en daardoor arbeidsongeschikt is en stelt voor om haar gezamenlijk te bezoeken.
"-BetaaladviesIk adviseer een voorschotbetaling te doen van € 2.500,00.De belanghebbende ontvangt binnen 2 tot 4 weken bericht.- De medische informatie wordt opgevraagd door de belangenbehartiger en ter attentie van uw medisch adviseur toegezonden.- De belangenbehartiger draagt zorg voor verdere informatie over het gastouderschap en de financiële onderbouwing van het gestelde verlies van arbeidsvermogen.- Een actuele schadestaat volgt via de belangenbehartiger.- De belangenbehartiger houdt u op de hoogte van het verloop van het herstelproces en de verdere ontwikkelingen."
"
Samengevatbetreft het een 57-jarige gastouder die in aansluiting aan een auto-ongeval in juni 2016 aanhoudende pijnklachten ontwikkelde van nek, rug en schouders met bij onderzoek onder meer een pijnlijk verhoogde spierspanning, waarbij de huisarts dacht aan een whiplashsyndroom. Pijnstillers en fysiotherapie hielpen onvoldoende. Eénmaal klaagde zij ook over een pijnlijke linkerknie met bij onderzoek crepitaties. Daarnaast ontwikkelde zij oogklachten, cognitieve en psychische klachten met veel piekeren, slecht slapen, nachtmerries, somberheid, onrust, gedachten aan het ongeluk en angst."
De medisch adviseur komt tot de volgende diagnosen:
"
PWS met cognitieve klachten, oogklachten.Posttraumatische lage rugklachten.Posttraumatische psychische klachten met somberheid en angst."
Volgens de medisch adviseur is een medisch eindtoestand niet te verwachten voor juni 2018 en zal tot die tijd het verloop moeten worden gevolgd. Ook dient de medische informatie te worden aangevuld met de uitslag van röntgenfoto's en de informatie van de oogarts.
Met brieven van 4 december 2017, 23 maart en 3 april 2018 van mr. van Loosbroek aan Unigarant volgt nog meer medische informatie.
Unigarant heeft deze adviezen steeds doorgestuurd naar mr. Van Loosbroek, met het verzoek op basis van dat advies een regelingsvoorstel te doen.
4 december 2017 ad € 2.351,38 (in totaal € 6.211,03) onbetaald zijn gebleven. Zij verzoekt Unigarant de facturen per omgaande te betalen en herhaalt dat verzoek in een e-mailbericht van 5 februari 2018.
Het toegewezen bedrag is 25% van het door Elfi gefactureerde bedrag aan buitengerechtelijke kosten (€ 6.211,03).
4.De bespreking van de grieven
grieven 1 tot en met 3de beslissing op de gevorderde hoofdsom betreffen,
grief 4betrekking heeft op de buitengerechtelijke kosten en
grief 5op de proceskosten. De grieven 1 tot en met 3 hangen met elkaar samen en zullen om die reden niet afzonderlijk maar samen worden behandeld.
- overigens terecht - niet bestreden, zodat ook het hof daarvan uit zal gaan.
Het hof gaat er ook vanuit dat de keuze van [appellante] om een belangenbehartiger in te schakelen bij de afwikkeling van haar letselschade redelijk was, zodat aan het eerste onderdeel van de dubbele redelijkheid is voldaan. Waar het om gaat is of de kosten die het gevolg zijn van deze inschakeling van een belangenbehartiger redelijk zijn. Anders dan [appellante] betoogt, rusten stelplicht en bewijslast op dit punt bij [appellante] . Zij dient te stellen, en bij betwisting te bewijzen, dat de advocaten van Elfi de in rekening gebrachte kosten en uren hebben gemaakt èn dat het redelijk was deze kosten en uren te maken.
Alles afwegend is een tijdsbesteding van anderhalf uur (een uur voor het eerste gesprek met [appellante] en 30 minuten voor de contacten met Unigarant) redelijk. Voor deze periode houdt het hof dan ook rekening met 90 minuten.
( € 37,50 + € 25,-).
Per saldo heeft [appellante] aanspraak op vergoeding van een bedrag van € € 2.788,05 +
€ 621,98 + € 62,50 = € 3.472,53.
In dit verband heeft [appellante] zich terecht beroepen op het al genoemde arrest van de Hoge Raad van 11 juli 2003.
Die uitspraken zijn voor dit geschil niet van belang. Het gaat erom of [appellante] - en niet een ander - aanspraak heeft op vergoeding van de voor haar door Elfi gemaakte kosten. Voor het antwoord op die vraag zijn de feiten in het geschil tussen [appellante] en Unigarant doorslaggevend.
€ 3.472,53 in hoofdsom. Over dit bedrag is wettelijke rente verschuldigd vanaf de dagvaarding. Niet eerder, omdat gesteld noch gebleken is dat [appellante] vanaf een eerdere datum wettelijke rente verschuldigd is aan Elfi. In zoverre slagen de grieven en zal het vonnis van de kantonrechter worden vernietigd.
e-mailberichten van mr. Van Loosbroek (zie rov. 3.10) zijn niet te beschouwen als dergelijke, andere, werkzaamheden.
5.5. De beslissing
en in zoverre opnieuw rechtdoende: