Uitspraak
verweerster in het incidenteel hoger beroep,
verzoekster in het incidenteel hoger beroep,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep van 2 december 2019;
I. de verzoeken van [verweerster] in haar tegenverzoek - met uitzondering van haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst en tot toekenning van een transitievergoeding - integraal af te wijzen;
3.De feiten
“begeleiden naar een carriere buiten Adecco”.
5.De beoordeling in hoger beroep
‘dat alleen de conclusies van de mediation gedeeld worden op deze zitting’.Ondanks die afspraak heeft Modis in haar beroepschrift (m.n. in randnummers 47 e.v.) uitvoerig stelling genomen over de op 13 februari 2019 en 14 maart 2019 gevoerde mediationgesprekken. [verweerster] heeft daartegen bezwaar gemaakt en gesteld dat Modis daarmee de overeengekomen geheimhouding niet respecteert. Nu Modis’ stellingname verder gaat dan waarmee [verweerster] op 20 juni 2019 akkoord is gegaan en die stellingen vooral lijken te zijn ingegeven om zichzelf te presenteren als tijdens de mediation redelijk en [verweerster] als onredelijk, komt dit in strijd met het doel en de strekking van de overeengekomen geheimhouding. Het hof zal dan ook geen acht slaan op wat inhoudelijk over genoemde mediationgesprekken is aangevoerd, anders dan dat die twee gesprekken niet tot een oplossing tussen partijen hebben geleid.
beroepsgronden 1 tot en met 4 in principaal beroepkeren zich
deelstegen de door de kantonrechter gebruikte argumentatie dat er geen voldoende grond is voor het oordeel dat de arbeidsverhouding ernstig en duurzaam is verstoord en dat het verzoek van Modis daarom moet worden afgewezen. Met haar
beroepsgrond 5 in principaal beroepkomt Modis voorbouwend op tegen de daarop gebaseerde veroordeling van haar in de kosten van haar verzoek. In zoverre lenen deze gronden zich voor gezamenlijke bespreking.
‘niet gebleken is dat passende aanbiedingen zijn gedaan en, belangrijker nog, evenmin is gebleken dat er binnen een groot bedrijf als dat waarvan Modis onderdeel is, voor [verweerster] geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.’
"indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever".
beroepsgronden 1 tot en met 4overigensen 6 in principaal hoger beroepzien daar op. [verweerster] heeft de stellingen van Modis weersproken. Uit dit geheel van stukken kan worden afgeleid dat de door [verweerster] gestelde en door de kantonrechter aangenomen ernstige verwijtbaarheid gelegen is in de volgende thema’s:
“de met wederzijds goedvinden afgesproken vrijstelling van werkzaamheden (van ‘non-actiefstelling’ is geen sprake) niet langer kan duren”onderstreept dan dat Modis het effect van haar voor [verweerster] diffamerende handelwijze en de positie van [verweerster] volledig heeft miskend.
mediation toch de beste oplossing lijkt, om verdere terugval qua gezondheid te voorkomen.”
beroepsgrond 7 in principaal hoger beroep.
grief 1 in incidenteel beroepbepleit.
grief 2 in incidenteel hoger beroepstelt [verweerster] de afwijzing door de kantonrechter van de door haar gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten aan de orde. Nu het hof een vergoeding voor die kosten heeft begrepen in de hiervoor vastgestelde billijke vergoeding heeft [verweerster] geen belang bij verdere bespreking van deze grond.
beroepsgrond 6 in principaal hoger beroep(ook) het oordeel van de kantonrechter aangevallen dat zij geen rechten meer kan ontlenen aan het overeenge-komen concurrentie- en relatiebeding. Modis heeft daartoe niets anders aangevoerd dan dat dit onjuist is omdat zij niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Dat standpunt is, zoals hiervoor overwogen, onjuist, zodat ook in zoverre deze grond faalt.
beroepsgrond 8 in principaal hoger beroepkomt Modis op tegen haar veroordeling door de kantonrechter in de kosten van het door [verweerster] ingediende tegenverzoek. In het voorgaande ligt echter besloten dat Modis terecht in eerste aanleg in de kosten van het tegenverzoek is veroordeeld. Deze grond houdt evenmin stand.