3.4Waterfront en Padding hebben vervolgens op 25 mei 2011 een overeenkomst van
borgstelling gesloten waarbij Waterfront zich jegens Padding borg heeft gesteld voor een
bedrag van € 500.000,- in verband met de vordering van Padding op [A] van
€ 1.000.000,-. Voor zover hier van belang, is in de borgstellingsovereenkomst het volgende
opgenomen:
1 Waterfront Holding B.V. (...), hierna te noemen : 'de Borg'
2 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Padding Beleggingen B.V. (...), hierna te noemen ‘de Geldgever';
gaan hierbij een overeenkomst tot borgstelling aan.
In aanmerking nemende dat
- Geldgever een geldlening aan de heer [A] (...), hierna te nomen ‘Hoofdschuldenaar’ zal verstrekken;
- hiertoe een overeenkomst van geldlening (de 'Geldleningsovereenkomst’) zal worden aangegaan waarvan de inhoud bij de Borg bekend is;
- de Borg en de Geldgever hiervoor een borgstellingsovereenkomst zijn aangegaan met het doel het voor de hoofdschuldenaar mogelijk te maken om de geldlening te kunnen verkrijgen;
- partijen overeenstemming hebben bereikt omtrent de voorwaarden van onderhavige borgstellingsovereenkomst, welke zij thans schriftelijk wensen vast te leggen.
Zijn overeengekomen als volgt
1 De Borg verbindt zich jegens de Geldgever tot betaling van al hetgeen Geldgever van Hoofdschuldenaar heeft te vorderen uit hoofde van de Geldleningsovereenkomst, vermeerderd met de op het moment van betaling door de Borg door Hoofdschuldenaar verschuldigde rente.
2 Het maximumbedrag waarvoor de Borg zich verbindt bedraagt € 500.000 (zegge; vijfhonderdduizend Euro).
3 De Borg zal op eerste schriftelijke verzoek van de Geldgever met de mededeling dat de Hoofdschuldenaar in de nakoming van zijn verplichtingen tekort is geschoten, direct overgaan tot betaling aan de Geldgever van het in het verzoek vermelde en onderbouwde bedrag, op de door de Geldgever aan te geven rekening.
4 Indien Geldgever gebruik maakt van zijn recht tot conversie van de geldlening in aandelen voordat de geldlening is afgelost zal de Borg verplicht zijn tot betaling van al hetgeen Geldgever op grond van het maximale bedrag als genoemd in lid 2 nog van Borg te vorderen heeft, echter niet tot meer dan vijftig procent van hetgeen Geldgever nog te vorderen heeft, vast te stellen nadat de waarde van de verkregen aandelen is bepaald en dit bedrag in mindering op de vordering is gebracht.
5 De Borg heeft op het moment dat de Borg op grond van deze overeenkomst een bedrag aan Geldgever heeft voldaan recht op 0,01% per € 1.000 (zegge: duizend Euro) die de Borg aan Geldgever heeft voldaan van de geplaatste aandelen die als gevolg van de conversie door Geldgever zullen zijn verkregen, met een maximum van 50% van het geplaatste kapitaal van de betreffende vennootschappen.
(...)
8 Indien Geldgever op grond van de leningovereenkomst niets meer van Hoofdschuldenaar te vorderen heeft Geldgever het recht twintig procent van de geplaatste aandelen waarop het conversierecht om niet te verwerven. Geldgever zal de helft van de alsdan door hem te verwerven aandelen om niet aan de Borg doorleveren.