Uitspraak
1.maatschap [appellant1] ,
de maatschap,
2. [appellant2] ,
[appellant2],
[appellant3]
4. [appellant4] ,
[appellant4],
5. [appellant5] ,
[appellant5],
6. [appellant6] ,
[appellant6],
7. [appellant7] ,
[appellant7],
[appellanten] c.s.,
Schipper Pensioen,
- 2 voedingsbunkers (termijnfacturen vanaf 15 januari 2013 tot in totaal € 79.013,-),
- 10 containers (een factuur van € 9.075,- van 13 oktober 2014) en
- een koeler en een kiepbak (een factuur van € 45.980,- van 12 oktober 2015).
verminderd: de vordering tot betaling van de containers en wat daarmee samenhangt is ingetrokken, omdat die vordering blijkt te zijn voldaan.
Daar hebben we voederbakken van overgenomen. (…) De facturen hebben betrekking op nieuwe materialen/onderdelen. De facturen kloppen dus wel, maar we konden ze op dat moment niet betalen. Op de zitting bij het hof in deze procedure heeft hij dat bevestigd. Vast staat verder (i) dat deze [appellanten] de koopovereenkomst voor de maatschap heeft getekend, (ii) dat de voedingsbunkers (voederbakken) daarna door Schipper Pensioen aan de maatschap zijn geleverd, (iii) dat de termijnfacturen zonder protest zijn behouden, (iv) dat die facturen voor een deel zijn betaald en (v) dat overleg heeft plaatsgehad over betaling (verrekening/saldering) van wat onbetaald was gebleven. Daarmee staat deze overeenkomst vast. De betwisting van de echtheid van de handtekening van Schipper - die door [appellanten] c.s. in het geding is gebracht - kan daaraan niet afdoen. Op grond van artikel 159 Rv levert die akte in het licht van de vordering van Schipper Pensioen dwingend bewijs op van de stellingen van die partij, en niet van het verweer van [appellanten] c.s..
niet onderbouwd met stukken. Ook heeft[Schipper Pensioen]
de door[de maatschap]
overgelegde berekening (…) niet betwist. In die berekening wordt uitgegaan van saldering van verschillende posten met over en weer diverse vennootschappen, waaronder Schippers Pensioen. Daarmee staat naar het oordeel van de rechtbank het door[de maatschap]
ingenomen standpunt voldoende vast dat sprake was van saldering van vorderingen (inclusief die van Schippers Pensioen) over en weer.
ontbrekenvan een salderingsovereenkomst beroept, vindt geen steun in het recht. Dat verweer moet het bovendien zonder inzichtelijke onderbouwing doen. Dat de vorderingen van Schipper Pensioen - los van die afspraak - met vorderingen van de maatschap op die vennootschap zijn verrekend, is ook in hoger beroep niet onderbouwd. Voor bewijsvoering ter zake is daarom ook geen ruimte.
€ 20.449). Dat daarover handelsrente is verschuldigd vanaf de dag dat de uiterste betalingstermijnen van de desbetreffende (deel)facturen zijn verstreken, is niet afzonderlijk bestreden.