Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Samen Veilig Midden-Nederland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van de minderjarige [kind 1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 21 oktober 2019 bestreden, waarin [kind 1] onder toezicht is gesteld. De moeder verzoekt het hof om deze ondertoezichtstelling te beëindigen. De raad voor de kinderbescherming en de gecertificeerde instelling, Samen Veilig Midden-Nederland, verzetten zich tegen dit verzoek en vragen om bekrachtiging van de eerdere beschikking.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 maart 2020 zijn de moeder en de stiefvader, bijgestaan door hun advocaat, aanwezig geweest. De vader was niet aanwezig. De minderjarige [kind 1] heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om haar mening kenbaar te maken. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de zorgen over de ontwikkeling van [kind 1] en de situatie van het gezin, dat in juli 2019 uit huis is gezet vanwege betalingsachterstanden.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder en de stiefvader onvoldoende meewerken aan de uitvoering van de ondertoezichtstelling en dat er ernstige zorgen zijn over het welzijn van [kind 1]. De moeder heeft aangegeven geen hulp nodig te hebben, terwijl er aanwijzingen zijn dat de situatie in het gezin zorgwekkend is. Het hof concludeert dat de wettelijke vereisten voor ondertoezichtstelling zijn vervuld en dat professionele hulp dringend noodzakelijk is. De grieven van de moeder falen, en het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de kinderrechter.