Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verder te noemen: de vrouw,
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met productie(s), ingekomen op 18 september 2019;
- het verweerschrift met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Van Meurs van 11 oktober 2019 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Van Meurs van 5 februari 2020 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Van Blokland van 6 februari 2020 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Van Blokland van 11 februari 2020 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Van Meurs van 12 februari 2020 met productie(s).
[B] , tolk in de Farsi taal (WBTV-nummer [000] ). Door beide advocaten zijn pleitnotities overgelegd.
3.De feiten
4.Het geschil
4.2 De man verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en opnieuw recht doende te bepalen dat:
vrouw nu de Iraanse rechtbank reeds een beslissing heeft genomen ten aanzien van een
onderhoudsbijdrage ten behoeve van de vrouw, althans de vrouw niet-ontvankelijk te
aanvullende behoefte heeft aan een onderhoudsbijdrage;
gelimiteerd tot een periode van maximaal acht maanden nadat de echtscheiding is
ingeschreven, dan wel nog meer subsidiair deze te matigen en te bepalen dat de
onderhoudsbijdrage voor de vrouw op nihil wordt gesteld met ingang van 15 augustus
2019, of een andere periode die het gerechtshof juist acht.