ECLI:NL:GHARL:2020:4541
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- J.H. Lieber
- A. Smeeing- van Hees
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake medewerking aan levering van onroerend goed
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 juni 2020 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding. De appellant, de man, was in eerste aanleg gedaagde en had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland van 12 juni 2019. In dat vonnis was de man veroordeeld om mee te werken aan de verkoop en levering van een woning aan een derde. De vrouw, de geïntimeerde, had voorlopige voorzieningen gevorderd, die door de voorzieningenrechter zijn toegewezen. De man had echter zijn hoger beroep niet tijdig ingeschreven in het rechtsmiddelenregister, wat leidde tot de vraag of hij ontvankelijk was in zijn hoger beroep.
Het hof oordeelde dat de voorzieningenrechter artikel 3:300 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek had toegepast. De vrouw had gevorderd dat de man zou meewerken aan het verlijden van de notariële akte voor de levering van de woning. Het hof concludeerde dat de man niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep, omdat de mogelijkheid om het vonnis in de plaats te laten treden van de akte van levering was vervallen op het moment dat de woning op 31 december 2019 aan de man was toegedeeld en geleverd. De niet tijdige inschrijving van het rechtsmiddel leidde tot niet-ontvankelijkheid voor alle beslissingen van de voorzieningenrechter die onlosmakelijk verbonden waren met de levering van de woning.
Het hof heeft de man veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep, zonder aanleiding voor compensatie. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad.