Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
Artikel 7 – Beheervergoeding (parkkosten)
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
extra kosten van storting-/huisvuilafvoer bij meer dan recreatief gebruik van de mobiele woning p.m.”in rekening mag brengen bij [geïntimeerde1] Tijdens de comparitie op 15 mei 2020 heeft de heer [naam1] , bestuurder van Hessenheem, verklaard dat hij de extra kosten die het park had voor de afvalverwerking vanwege de permanente bewoning bij deze permanente bewoners in rekening heeft gebracht door middel van een “milieuheffing langdurige aanwezigheid”. Nu door middel van deze milieuheffing dus al voorzien is in betaling van de extra kosten van afvalverwerking, en Hessenheem niet concreet heeft toegelicht hoe die heffing zich verhoudt tot de extra parkkosten, biedt artikel 7 van de beheerovereenkomst onvoldoende grondslag voor extra kosten bij de permanente bewoners in verband met storting-/en huisvuilafvoer.
doorberekenen” van de rioolkosten aan de eigenaar. Doorberekenen is volgens [geïntimeerde1] niet hetzelfde als het opleggen van een basisbedrag. [geïntimeerde1] heeft een eigen berekening gemaakt van de rioolkosten op basis van de tarieven van de gemeente Hof van Twente en heeft deze berekening in een brief van 19 september 2013 (overgelegd als productie 16 bij de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie) toegestuurd aan Hessenheem. [geïntimeerde1] heeft op basis van zijn berekening de facturen van Hessenheem gecorrigeerd en het gecorrigeerde bedrag betaald aan Hessenheem.
bij vooruitbetaling” verschuldigd zijn door de eigenaar van een mobiele woning. Hieruit volgt naar het oordeel van het hof dat diegene die op 1 januari van een kalenderjaar eigenaar is van een bungalow, de volledige parklasten voor dat jaar verschuldigd is. Dit wordt ook bevestigd door de door [geïntimeerde1] in het geding gebrachte nota van afrekening, waaruit valt af te leiden dat een “verrekening parkkosten” bij de notaris heeft plaatsgevonden met de nieuwe eigenaren van de bungalow, voor de periode vanaf 19 mei 2017 tot en met 31 december 2017. Dat Hessenheem de parkkosten in twee delen factureerde (in januari en juli), maakt dit niet anders. De grief van Hessenheem slaagt in zoverre.