Uitspraak
[appellant],
1.Allianz Benelux N.V., ook handelend onder de naam London Verzekeringen,
hierna:
Allianz,
[geïntimeerde2],
geïntimeerden in het principaal hoger beroep,
hierna tezamen te noemen:
Allianz c.s.,
1.1 Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
€ 75.000,-) op de door hem geleden en nog te lijden schade vordert. Allianz c.s. hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging en het hof ziet ook geen reden de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten. Het hof zal dan ook beslissen over de gewijzigde eis.
2.2. De vaststaande feiten
"
4.1. BOTSSNELHEID(…)Door een zelfde berekening toe te passen als OAN, met de mate van beremming op 0 en een EES-waarde voor de Mazda van rond 25 km/h, komt de bandbreedte in botssnelheid uit tussen 77 en 83 km/h.(…)4.2. DE AANLOOP NAAR DE AANRIJDINGOp het moment van de botsing reed de Mazda dus met een snelheid van tussen 77 en 83 km/h en de Volkswagen met een snelheid van tussen 12 en 17 km/h.(…)Dit maakt dat de minimale onderlinge afstand (voorzijde tot voorzijde) op een seconde voor de aanrijding 21,4 - 4,3 = 17,1 meter was en de maximale afstand 23 - 4,7 = 18,3 meter. De minimale afstand zou kleiner kunnen zijn indien de Mazda zou hebben geaccelereerd voor de inhaalmanoeuvre.De afslaande beweging heeft voor Volkswagen niet langer dan een seconde geduurd. In een seconde heeft de Volkswagen tussen 3,3 en 5,7 meter afgelegd, ruim voldoende om tot het botspunt op de linker weghelft te komen. De Mazda heeft daarom niet (eerder) de mogelijkheid te reageren op de afslaande Volkswagen.De Volkswagen heeft eerder besloten af te slaan. De relatieve posities worden daarom tot
5. CONCLUSIES
De snelheid van de Mazda heeft gelegen tussen 77 en 83 km/h, terwijl de Volkswagen een snelheid van tussen 12 en 17 km/h had.
De onderlinge afstand op een seconde voor de aanrijding bedroeg tussen 17,1 en 18,3 meter.
3.3. De procedure bij de rechtbank
Aan deze beslissing heeft de rechtbank ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde2] in strijd met artikel 18 lid 1 RVV heeft gehandeld door linksaf te slaan op het moment dat de auto van [appellant] zich dicht links achter hem bevond. Bovendien had [geïntimeerde2] eerst (beter) moeten spiegelen en/of over zijn schouder moeten kijken voordat hij de afslaande beweging inzette, aldus de rechtbank.
Volgens de rechtbank heeft het weggedrag van [appellant] bijgedragen aan het ongeluk en de zeer ernstige gevolgen ervan. [appellant] , die minimaal 70 kilometer per uur reed, heeft de ter plaatse geldende maximale snelheid overschreden, wat des te meer verwijtbaar is gezien de situatie ter plaatse van het ongeval en het feit dat [geïntimeerde2] vaart moet hebben verminderd. Dat [geïntimeerde2] geen richting heeft aangegeven, is niet komen vast te staan. Onder deze omstandigheden is een percentage eigen schuld van 75% op zijn plaats, aldus de rechtbank. Vanwege de ernst van de verkeersovertreding van [appellant] en het feit dat juist de hoge snelheid waarmee [appellant] reed het letsel heeft veroorzaakt dan wel heeft verergerd, ziet de rechtbank ondanks het ernstige letsel van [appellant] geen reden voor toepassing van de billijkheidscorrectie.
4.De bespreking van de grieven
de grieven 1 tot en met 8 in incidenteel appelbespreken en ook ingaan op de door [appellant] in eerste aanleg aangevoerde en verworpen of onbesproken gebleven stellingen op dit punt. De grieven hangen met elkaar samen en kunnen dan ook tezamen worden besproken, in samenhang met de stellingen van [appellant] over de verkeersfout van [geïntimeerde2] . Bij deze bespreking is het uitgangspunt dat [appellant] moet stellen en bewijzen dat [geïntimeerde2] een verkeersfout heeft gemaakt, waardoor het ongeval is ontstaan.
grief I in het principaal appelen met
grief 9 in het incidenteel appelkomen zowel [appellant] als Allianz c.s. op tegen het oordeel van de rechtbank dat sprake is van 75% eigen schuld. Het hof zal de grieven tezamen behandelen.
5.5. De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zullen opgeven op de