ECLI:NL:GHARL:2020:6797
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenbeschikking
- E.A.K.G. Ruys
- M.E. van Wees
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- Rechtspraak.nl
Heropening van de behandeling van een terbeschikkingstelling met verzoek om rapportage over voortzetting van reclasseringstoezicht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 februari 2020 een tussenbeschikking gedaan in het hoger beroep van een terbeschikkinggestelde. Het hof heeft de behandeling van de zaak heropend en de reclassering opgedragen om te rapporteren over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de voortzetting van het reclasseringstoezicht in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1979, verblijft momenteel in detentie en heeft beroep aangetekend tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, die op 3 oktober 2019 de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege had toegewezen.
Tijdens de zitting op 30 januari 2020 zijn de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. A.R. Ytsma, gehoord, evenals de advocaat-generaal, mr. W.C.J. Stienen, en deskundige A.W.P.D. Menten, reclasseringswerker bij GGZ Reclassering Limburg. De raadsman heeft verzocht om aanhouding van de zaak om nader onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden van voortzetting van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden. Het openbaar ministerie heeft aangegeven dat, hoewel er nieuwe strafbare feiten zijn, de verdenkingen mogelijk geseponeerd worden, wat de noodzaak voor de hervatting van de verpleging in twijfel trekt.
Het hof heeft geconcludeerd dat het onvoldoende voorgelicht is om een oordeel te vellen en heeft besloten het onderzoek te heropenen. Het hof heeft de reclassering opgedragen om een rapportage op te stellen over de noodzaak van klinische behandeling en het vervolgtraject, waarbij aandacht moet worden besteed aan de behoefte aan structuur, begeleiding en intensiever toezicht voor de terbeschikkinggestelde. De behandeling is voor onbepaalde tijd geschorst, met een maximum van drie maanden, en verdere beslissingen zijn aangehouden.