Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de curatele van [de zoon]. De moeder van [de zoon] had verzocht om ontslag van de huidige curator, [I], en benoeming van [G] van [de curator] als nieuwe curator. De kantonrechter in de rechtbank Overijssel had dit verzoek eerder afgewezen. De moeder stelde dat er gewichtige redenen waren voor het ontslag van de curator, omdat de verstandhouding tussen hen ernstig verstoord was en de curator niet adequaat zou hebben gehandeld in het belang van [de zoon]. De curator betwistte deze claims en stelde dat de moeder zelf een ongekende strijd voerde tegen hulpverleners, wat de ontwikkeling van [de zoon] zou belemmeren. Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling van de moeder dat de curator zijn taak niet naar behoren had uitgevoerd. De verstoorde relatie tussen de moeder en de curator was niet voldoende om te concluderen dat er gewichtige redenen waren voor ontslag. Het hof heeft daarom de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd.