ECLI:NL:GHARL:2020:8881
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- M. van der Meulen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van sanctie opgelegd aan kentekenhouder wegens onterecht niet staande houden door ambtenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde B. de Jong LLB., had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 29 juni 2018 een sanctie had opgelegd van € 230,- voor het negeren van een rood verkeerslicht op 23 juni 2017. De kantonrechter had het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de ambtenaar ten onrechte de sanctie aan de kentekenhouder had opgelegd zonder de bestuurder staande te houden. Artikel 5 van de Wahv stelt dat een sanctie alleen aan de kentekenhouder mag worden opgelegd als er geen reële mogelijkheid was om de bestuurder te identificeren. Het hof oordeelde dat de ambtenaar, gekleed in uniform en met een portofoon, in staat had moeten zijn om de bestuurder staande te houden, en dat de reden voor het niet staande houden niet voldoende was onderbouwd.
Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd, het beroep gegrond verklaard en de sanctie opgelegd aan de betrokkene vernietigd. Tevens is de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, tot een bedrag van € 918,75. Dit arrest is gewezen door mr. M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. M. van der Meulen als griffier.