In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende een huurachterstand en een geldleningsovereenkomst tussen de verhuurder en huurder. De huurovereenkomst tussen de partijen bestaat sinds 1998 en betreft een bedrijfspand in [A]. De verhuurder, [geïntimeerde], heeft een overzicht van huurachterstand gepresenteerd en vordert betaling van verschillende bedragen, waaronder een lening van € 10.000,-. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de huurder, [appellant], veroordeeld tot betaling van een deel van de gevorderde bedragen. In hoger beroep betwist [appellant] de hoogte van de huurachterstand en de geldlening. Het hof heeft vastgesteld dat er meer informatie nodig is om de omvang van de huurachterstand te bepalen en heeft [appellant] toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de geldlening. De zaak is verwezen naar de rol voor akte uitlating door beide partijen. De beslissing is aangehouden in afwachting van verdere toelichting van partijen.