Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- in de oneven weken van vrijdagmiddag uit school om 14.30 uur tot maandagochtend naar school om 08.30 uur en in de even weken van dinsdagmiddag na school om 14.30 uur tot woensdagochtend naar school om 08.30 uur;
- de helft van de vakanties en feestdagen, in onderling overleg, af te spreken.
- te bepalen dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de vader hebben, waarbij de kinderen bij de moeder verblijven overeenkomstig de zorgregeling zoals die nu voor de vader geldt;
- verder te bepalen dat de kinderen de helft van de schoolvakanties bij de moeder zullen verblijven, waarbij de vader in de oneven jaren en de moeder in de even jaren het vakantieschema mag bepalen en wel in januari van ieder jaar, dan wel op het moment dat de schoolinformatie daarover voorhanden is;
- subsidiair:afhankelijk van de coöperatieve en communicatieve opstelling van de moeder, vast te stellen dat de zorg- en opvoedingstaken bij helfte tussen partijen wordt verdeeld;
- meer subsidiair:een zorgregeling vast te stellen als het hof juist acht.
- ten aanzien van de kinderalimentatie met ingang van de datum van de beschikking van het hof een bijdrage vast te stellen op een bedrag conform het sub 25 juncto sub I gestelde dan wel een bijdrage die het hof juist acht.
5.De motivering van de beslissing
a. een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken, alsmede met overeenkomstige toepassing van artikel 1:377a, derde lid, BW een tijdelijk verbod aan een ouder om met het kind contact te hebben;